Lier, Sint-Margaretakerk

De centrale inkompartij werd sterk sculpturaal uitgewerkt. Geringde halfzuilen en geringde pilasters met Ionische kapitelen flankeren de rondboogomlijsting van de hoofdtoegang. Een cartouche boven de deur bevat een inscriptie met het jaartal 1664. Onder de cartouche bevindt zich een gebeeldhouwd mascaron met de expressie van een kattenkop. Het driehoekige pseudofronton met de gestrekte uiteinden boven de cartouche draagt een rondboognis en flankerende voluten met bolvormige siervazen. Een derde centrale vaas bekroont de gebogen waterlijst boven de nis. In de nis prijkt een beeld van de Heilige Margareta, in 1777 uitgevoerd door de Antwerpse beeldhouwer d'Heur. De patroonheilige van de kerk is voorgesteld met haar attributen. Aan haar voeten en over de vierkante sokkel spartelt een vervaarlijke draak

haar kruisstaf houdt zij in haar rechterhand, terwijl haar linkerhand het zwaard draagt. Haar hoofd is getooid met een kroontje met parels (margarita = parel). Rechte trappen met vijf geprofileerde treden leiden naar de eikenhouten, bespijkerde toegangsdeuren van de middenbeuk en de zijbeuken. De makelaar van de centrale poort, toegeschreven aan Hendrik-Frans Verbruggen, stelt in hoogverheven reliëf drie heiligen voor die erg populair waren bij de begijnen. Bovenaan bevindt zich de Heilige Margareta, de patrones van de kerk, daaronder Onze-Lieve-Vrouw met het kindje Jezus en onderaan de Heilige Begga, de patrones van de begijnen. De Heilige Begga wordt voorgesteld als vorstin (ze draagt een kroon) en houdt in haar hand een kerkje, wat op haar kloosterstichting wijst.

Bron: 'De Begijnhofkerk van Lier', Liers Genootschap voor Geschiedenis, auteur: Marc Mees.

Heilige Margareta van Antiochië.

Volgens die overlevering is zij geboren in Antiochië, de hoofdstad van Pisidië in de derde eeuw als dochter van de heidense tempelpriester Aedesius. De streek in West-Azië maakte deel uit van het Romeinse Rijk. Haar vader minachtte haar om haar christelijk geloof. Het Christendom drong in die tijd tot onze gewesten door, maar het was ongebruikelijk om dit te uiten wegens de kerkvervolgingen. Margareta leefde op het land als herderin. Toen de stadsprefect Olybrius haar een huwelijksaanzoek deed, op voorwaarde dat ze haar geloof zou afzweren, weigerde ze. Daarop werd ze gevangengezet en gemarteld. Dan volgen een aantal wonderbaarlijke gebeurtenissen. De bekendste is dat satan haar verorberde in de gedaante van een draak. Margareta ontsnapte levend. Uiteindelijk werd ze ter dood gebracht (omstreeks 305).

De H. Begga (Andenne 622-695) ‘patrones’ van de begijnen.

Begga wordt geboren in Andenne als dochter van Pepijn van Landen, hofmeier van het Merovingische rijk Austrasia. Haar moeder is de H. Ida van Nijvel. Na de dood van haar man wordt ze erfgename van het uitgestrekte familiebezit in het Maasdal. Wanneer in 691 haar zoon, Pepijn van Herstal, die de stamvader zal worden van de Karolingers, de macht overneemt, sticht ze een klooster in Andenne sur Meuse waarvan ze de eerste abdis wordt. In de 16de eeuw wordt de H. Begga als stichteres van de begijnenbeweging beschouwd. Dit is volledig ten onrechte aangezien de beweging slechts in de 12de eeuw op gang komt. De naamovereenkomst heeft waarschijnlijk bijgedragen tot deze historische fout.