In de tweede helft van de 19de eeuw richtten de paters van de Heilige Geest een missiecollege met internaat op in Lier. Het college was gevestigd in de woning van de failliet gegane familie de Piza in de Lisperstraat 106-110 (het gebouw dateert reeds uit het midden van de 18de eeuw). Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw in brand gestoken en verbleven de studenten tot de wederopbouw bij de paters in Baarle-Nassau. In 1968 kocht het bisdom Mechelen de gebouwen van het missiecollege om er in 1973 de lagere school van het Sint-Gummaruscollege te vestigen. De Congregatie van de Paters van de Heilige Geest (Latijn: Congregatio Sancti Spiritus sub tutela Immaculati Cordis Beatissimae Virginis Mariae

sacroniem CSSp) was een missiecongregatie. De leden van de congregatie werden ook spiritijnen of spiritanen genoemd. Kinderen uit de Kempen en Limburg konden er vanaf de leeftijd van 12 jaar college lopen (sommigen volgden ook leergangen in het Sint-Gummaruscollege) om dan later missionaris te worden.