Een blik op bemesting op de Kempense akker

Een blik op bemesting op de Kempense akker

Er is geen detail informatie beschikbaar

Een blik op bemesting op de Kempense akker

Bemesting was altijd al essentieel voor de landbouwsector. Maar wat is mest juist? Hoe gebruikten ze het? Wat is de geschiedenis er achter?

Op deze vragen zullen we tijdens deze expo dieper ingaan!


 

 

Welke mest gebruikten de boeren? 

Reeds in de 13de eeuw zijn er sporen van bemestingspraktijk gevonden in Vlaanderen. Aanvankelijk gebruikte men enkel natuurlijke meststoffen afkomstig van de stal. Naast deze dierlijke meststoffen stond Vlaanderen ervoor gekend ook mest van menselijke oorsprong te gebruiken. Er was zelfs een beerhandelaar die instond voor de handel van menselijke mest. 

Reeds in de 1840 was er kunstmest beschikbaar. Kunstmest had echter een hoge kostprijs waardoor ze deze vooral in grote landbouwbedrijven gebruikten. De kleinschalige Kempense boerderijen bleven tot diep in de 20ste eeuw natuurlijke (dierlijke en menselijke) meststoffen gebruiken.



 

Waar bewaarde ze de mest? 

mesthoop

Initieel bewaarden ze de mest op een grote mesthoop. Deze was meestal gelegen vlakbij de stal. Op de grote boerderijen legde men de mesthoop vaak in het midden van een binnenplein aan, als pronkstuk van de boerderij. De mest moest goed aangestampt worden om zo min mogelijk lucht te hebben. Lucht zorgt immers voor een minder lange bewaring.  


 



 

potstal

In de kempen was er een specifiek systeem voor het opbergen van mest: de potstal. De mest, vermengd met stro, gebruikte men als bodem in de stal waarop de dieren stonden. Deze hoopte meer en meer op tot de stal vol was. Meestal in het voorjaar maakte men de potstal leeg. Ze haalde de mest uit de potstal en verdeelde deze over de akker. In de 20ste eeuw verdwenen de potstallen stilaan.   

De potstal had als nadeel dat het minder hygiënisch was en dat de dieren met gevolg meer vatbaar waren voor ziektes.


 


 

Hoe werd de mest verzameld? 

Lopende fracties van de mest of beer werden opgevangen in een beerput. Aanvankelijk was er maar één beerput voor zowel menselijke alsook dierlijke uitwerpselen. Pas in de 18de eeuw kwam er een aparte beerput. Deze beerputten moest men leegpompen om ze te kunnen verdelen over de akkers. Dit deed men met een mestpomp zoals hier op de foto zichtbaar is of een beerlepel. 


 


 


 

Hoe vervoerden de boeren de mest? 

beerton

De mest moest getransporteerd worden om op de akker te krijgen. Dit deed men in een beerton. Een beerton is een houten ton dat men op een kar plaatste om vervolgens te vervoeren. Bovenaan was een deksel voorzien om de ton te vullen en onderaan een afvoergat. 

Een beerton was echter een grote investering voor kleine Kempense boeren. In plaats daarvan hadden ze vaak een zelfgemaakte kuip die ze met een kruiwagen over het veld reden.


 

 



 

beerkar

Na verloop van tijd kwamen beertonnen op de markt met een vaste kar. Echter waren deze vrij duur waardoor de meeste kleinere boeren dit niet konden veroorloven. Bovendien hadden ze vaak kleine percelen waardoor deze aankoop niet opportuun was. Het is pas na 1950 dat deze meer op de markt kwamen, voornamelijk in de steden. 


 


 

zinken beerton

Vanaf 1940 kwamen er zinken beertonnen op de markt. Deze waren meestal gemonteerd op een tweewielige kar en werden aan een tractor bevestigd. Steden en gemeenten schaften deze zinken beertonnen aan zodat ze huis aan huis de beerputten konden leegpompen.


 


 

Hoe verspreiden de boeren de mest op het veld?
mesthaak

De beer kapte men meestal tussen februari en april op het veld. Het verspreiden van de beer werd best uitgevoerd wanneer er regen werd verwacht zodoende dat de bestanddelen sneller in de grond konden sijpelen. 

Tot 1950 verdeelde men de mest handmatig over het veld. Aanvankelijk ging de boer met een mestkar op het veld. Met een mesthaak werd de mest op het veld getrokken. Deze mesthaak bestaat uit 2 tot 5 metalen tanden die haaks op een lange houten steel staan. 


 

beerlepel

De lopende fractie of beer verspreidde men over de akker met een beerlepel. Deze beerlepel was simpelweg een grote bolvormige schep die bevestigd was aan een lange houten steel. Naast zijn functie als verspreider gebruikte men de beerlepel ook om de beerput leeg te scheppen.

Na verloop van tijd komen er ook mestverspreiders en machines die de mest injecteren in de grond. 


 


 

 


 

De Introductie van kunstmeststof

handmatige verspreiding

Rond 1950 kwam kunstmeststof meer en meer bij de kleinere boeren terecht. Aanvankelijk verspreidde de boer de kunstmest korrels handmatig. Dit deed men met een soort zaaibak zoals op deze foto te zien is.  


 



 

meststoffenstrooiers

Maar de verspreiding van kunstmeststof werd al snel gemechaniseerd. Er kwam een meststoffenstrooier die door een paard werd voortgetrokken. De meststoffenstrooier bestond uit een grote bak op wielen. Door de verplaatsing van de wielen kwam een dispenser in beweging waardoor de kunstmeststoffen op het veld verdeeld werden. De meststoffenstrooier was een groot een succes en men gebruikte deze zelfs na 1960. Vooral voor kleine percelen was deze verdeler een grote troef en bovendien een relatief goedkoop en eenvoudig tuig.


 


 


 

Na verloop van tijd kwam er een ander soort meststoffenstrooier op de markt. Dit was een meststoffenstrooier op twee wielen die door een paard werd voortgetrokken. Deze bestond uit een grote rechthoekige verdeelbak. Door het draaien van de wielen werd een heen-en-weergaande beweging in gang gezet waardoor de kunstmest verspreid werd.


 

Een belangrijke firma van de, met paard voortgetrokken, meststoffenstrooier was Atelier Albert in Bièvre. Zijn bekendste model, de Superior, was wijd verspreid. In de voorgaande slide zagen jullie een meststoffenstrooier van Superior van Atelier Albert.


 

Naast de tweewielige meststoffenstrooier die door een paard werd voortgetrokken kwamen er ook modellen die met een tractor werden vervoerd. Deze strooier berustte op hetzelfde principe voor het verdelen van de kunstmest via de wielen. 


 

centrifugaalstrooier

Om de mest gelijkmatiger te verdelen kwam de centrifugaalstrooier op de markt. Deze bestond uit een grote verdeelbak waaronder een mestverdeler hing. Door de ronddraaiende schijf werd de mest gelijkmatig verdeeld. 


 


 

Goei Gerief - Erfgoed Noorderkempen

Ben jij geïnteresseerd in landbouwerfgoed in de Kempen? Bekijk dan zeker eens het project ‘Goei Gerief’ van Erfgoed Noorderkempen. In dit project wordt het landbouwerfgoed in de gemeenten Baarle-Hertog, Beerse, Hoogstraten, Merksplas en Rijkevorsel in de kijker gezet door middel van een groot inventarisatie- en ontsluitingsproject. 

Meer weten? Bekijk dan zeker onze website